-
1 magus
-
2 balthazar
n. Balthazar, een van de drie koningen die uit het Oosten kwamen en geschenken voor het kindje Jezus brachten, een van de drie wijzen uit het Oosten (Bijbels); mannelijke voornaam; familienaam; wijnfles die 12.3 liter bevat (13 quarts)[ bælθəza:]I 〈eigennaam; Balthazar〉 -
3 Christmas Nativity Scene
n. Kerstfeestscène met Maria, Jozef, het kindje Jezus en de drie Wjizen uit het Oosten -
4 Three Wise Men
n. Magi, drie Wijzen uit het Oosten om het kindje Jezus te aanbidden (Bijbels) -
5 enfant
enfant [ãfã]〈m. & v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 kind ⇒ jongen, meisje♦voorbeelden:ce ne sont pas des enfants de choeur • het zijn heus geen lieverdjesles enfants du ciel • de uitverkorenenenfant adultérin • buitenechtelijk kindle divin enfant • het kindje Jezusenfant naturel • onwettig kindenfant prodige • wonderkindenfant terrible • lastig, onhandelbaar kind; 〈 figuurlijk〉flapuit, enfant terribleenfant trouvé • vondelingattendre un enfant • in verwachting zijnelle est restée très enfant • ze is heel kinderlijk geblevenfaire un enfant • een kind verwekken, een kind krijgenfaire l'enfant • kinderachtig doeninnocent comme un enfant qui vient de naître • onschuldig als een pasgeboren lamun enfant pourrait le faire • een kind kan de was doen¶ (être) bon enfant • goeiig, goedhartig (zijn)m/f1) kind2) resultaat -
6 le divin enfant
le divin enfant
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский